Waarom positief denken schadelijk is – en wat wel werkt  

positief denkenPositief denken zou volgens verschillende goeroes en wetenschappelijke onderzoeken helpen bij het behalen van doelen. Maar dat is alleen op de korte termijn. Op de lange termijn werkt positief denken averechts.

‘Ik visualiseerde hoe mensen die ik hoog had zitten tegen me zeiden dat ze mijn werk waardeerden en hoe ik 10 miljoen dollar zou verdienen.’ Toen acteur Jim Carrey nog onbekend en arm was, dacht hij zichzelf de beste acteur van de wereld. En dat droeg eraan bij dat hij later daadwerkelijk zoveel geld verdiende, vertelde hij aan Oprah. Een schoolvoorbeeld van hoe visualiseren hoe je een doel bereikt ervoor kan zorgen dat je het doel ook daadwerkelijk bereikt.

Zoals Norman Vincent Peale de methode beschreef in The Power of Positive Thinking uit 1952: ‘Je kan obstakels toestaan om je gedachten te controleren tot het punt dat ze de belangrijkste en meest dominerende factoren in je gedachten zijn. Door te leren ze uit je geest te zetten, door te weigeren ze lijdzaam te volgen en door spirituele kracht te kanaliseren in je gedachten kan je boven de obstakels uitstijgen.’

Nadelen positief denken

Maar er kleven nogal wat nadelen aan positief denken. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt om criticasters de mond te snoeren. Belangrijker, positieve gedachten over de toekomst zouden er zelfs voor kunnen zorgen dat iemand niet zijn of haar doelen behaalt. Zo schrijft Gabriele Oettingen, professor psychologie en auteur van Rethinking Positive Thinking: Inside the New Science of Motivation: ‘In verschillende experimenten vonden we dat mensen die positief fantaseren over de toekomst niet zo hard werken als degenen met meer negatieve, bevragende of feitelijke gedachten, en dit leidt ertoe dat ze met een verminderde prestatie worstelen.’

Mensen zijn volgens Oettingen minder geneigd te doen wat er nodig is om een doel te behalen, omdat ze dit doel al behaald hebben in hun fantasie. Dit idee wordt ondersteund door de bevindingen in een andere studie, waar de bloeddruk van proefpersonen daalde (een meting voor het energieniveau van die persoon) nadat ze positief hadden gedacht.

Onderhandelingen

Wat kun je dan doen om successen te behalen? Ten eerste is het van belang om een realistisch doel te stellen, schrijft Oettingen. In verschillende experimenten vond ze dat mensen die zich realistische doelen hadden gesteld (over het leren van een vreemde taal, presteren in wiskunde, slagen in zakelijke onderhandelingen en vaker bewegen) meer hun best deden en beter presteerden wanneer ze met obstakels te maken kregen dan mensen met onrealistische doelen.

Er werd bijvoorbeeld aan proefpersonen gevraagd: ‘Hoe waarschijnlijk is het dat je het gewicht dat je hebt aangegeven zult verliezen tijdens dit programma?’ En: ‘Denk je dat je succes zult hebben met dit programma?’ Deelnemers met positieve verwachtingen (dus iets anders dan positieve fantasieën) over het verliezen van gewicht (‘Het is waarschijnlijk dat ik het aangegeven gewicht zal verliezen’) verloren gemiddeld 13 kilo meer dan degenen met negatieve verwachtingen.

Een realistisch doel is dus van belang, maar dat was niet de enige les uit dit experiment. Deelnemers die positieve fantasieën hadden over gewicht verliezen (die zich bijvoorbeeld voorstelden dat ze makkelijk een donut konden weerstaan) werden vergeleken met proefpersonen die meer negatieve fantasieën hadden (die zich voorstelden hoe moeilijk het zou zijn om een donut te weigeren). Degenen met negatieve fantasieën verloren gemiddeld 12 kilo meer dan degenen met positieve fantasieën. ‘Kortom, terwijl positieve verwachtingen succes in gewichtsverlies voorspelden, voorspelden positieve fantasieën nauwelijks of iemand het streefgewicht zou halen,’ schrijft Oettingen.

Als-dan-stellingen

Wat de negatieve fantasieën zo krachtig maakt, is dat iemand nadenkt over de obstakels die op zijn pad kunnen opdoemen en een plan maakt deze te omzeilen. Iemand die meer wil afvallen, kan bijvoorbeeld zichzelf voornemen: ‘Als ik honger krijg, dan eet ik een appel.’ Wanneer mensen toekomstplannen maken aan de hand van als-dan-stellingen, blijken ze in verschillende onderzoeken vaker hun doel te behalen.

Volgens Oettingen komt dit doordat het nadenken over obstakels energie geeft. Terwijl positieve fantasieën in haar experimenten tot een verminderde bloeddruk leidde, zorgde het nadenken over obstakels juist voor een toename van bloeddruk. Bovendien gaven deelnemers aan dat ze zich meer energiek voelden.

WOOP

In een nieuwe methode heeft Oettingen alle drie de facetten verwerkt van realistisch plannen: het beschrijven van realistische doelen, het nadenken over obstakels en het bedenken hoe je die hindernissen kunt nemen. Ze noemt de methode WOOP, wat een acroniem is voor Wish, Outcome, Obstacle, Plan.

WOOP bestaat uit de volgende vier stappen:

1. Wish: definieer de wens.

2. Outcome: identificeer en visualiseer het gewenste resultaat.

3. Obstacle: identificeer en visualiseer de obstakels.

4. Plan: bedenk hoe je de obstakels kunt omzeilen.

Voor een sollicitatie kan je bijvoorbeeld de Wish uitspreken dat ‘de interviewer onder de indruk is van mijn kennis van het veld en passie voor het werk’. Vervolgens visualiseer je de positieve uitkomst van het gesprek (Outcome) waarbij je je voorstelt hoe je verbinding voelt met de interviewer, dat je grapjes maakt waar hij of zij om moet lachen en hoe je kalm beschrijft wie je bent en waarom je de baan wilt. Dan identificeer je een Obstacle, bijvoorbeeld je eigen zenuwen voor het sollicitatiegesprek, waardoor je niet uit je woorden komt. Je denkt aan momenten waarop je hakkelend over jezelf vertelde of je gesprekspartner niet onder de indruk was. Vervolgens formuleer je een Plan. Bijvoorbeeld: ‘Als ik me zenuwachtig voel, dan herinner ik mezelf eraan dat ik meer weet over mijn onderwerp dan alle aanwezigen.’

Het effect van WOOP is groot, stelt Oettingen. ‘Kinderen deden het beter op school, vrouwen van middelbare leeftijd aten beter en bewogen regelmatiger, na een verlamming verloren patiënten meer gewicht en bewogen meer, stellen communiceerden beter over moeilijke onderwerpen en vergaven elkaar makkelijker – allemaal dankzij WOOP.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Managementboek Magazine