Niemand gebruikt spanning om boven zichzelf uit te stijgen (ook Wüst niet)

Kramer presteert onder druk

Op de Olympische Spelen gebruikt iedere dag wel iemand de spanning om boven zichzelf uit te stijgen, als we de sportcommentatoren en deskundigen moeten geloven. Maar als je naar de statistieken kijkt, klopt dit niet.

Tijdens het kijken van de Olympische Spelen krijg je het idee dat er mensen bestaan die iets extra’s hebben bewaard voor dit evenement. Carlijn Achtereekte, Esmee Visser en Kjeld Nuis stegen boven zichzelf uit. Vooral Sven Kramer, Ireen Wüst en Jorien Ter Mors bewezen opnieuw over die special gave te bezitten: ze gebruiken de spanning om nog harder te schaatsen. Analist Erben Wennemars tipte de 500 meter van de mannen: ‘De Muldertjes gebruiken de spanning om boven zichzelf uit te stijgen.’

Vaak wordt de oorzaak van deze gave in het karakter van de sporter gevonden. Kramer en Wüst hebben volgens de deskundigen (en zichzelf) een winnaarsmentaliteit; ze willen meer winnen dan alle anderen. Andere keren is de Duitse nationaliteit de basis voor iets extra’s op het moment suprême. Op z’n Duits een wedstrijd winnen, heet de vaardigheid om in de laatste minuut een wedstrijd te beslissen.

Er is alleen een probleem in deze verklaring: in de statistieken is deze vaardigheid vrijwel nooit terug te vinden. Amerikaanse honkballers, basketballers en golfers lijken op het cruciale moment van een wedstrijd boven zichzelf uit te stijgen, maar blijken dat helemaal niet te doen als je naar de cijfers kijkt.

Hoe kan het dan dat het wel lijkt alsof sporters boven zichzelf uitstijgen als het spannend wordt? Een eerste verklaring lijkt te liggen in ons geheugen: als sporters niet boven zichzelf uitstijgen, zijn we dat snel vergeten (Wüst die niet wint op de 1000 en 3000 meter).

Dying seconds

Het mooiste blijkt dat uit een onderzoek naar basketballers als Kevin Durant, die vaak de wedstrijd beslissen in de dying seconds van de wedstrijd. Deze basketballers gooien vlak voor het eindsignaal vaker raak als je dit afzet tegen het aantal keer dat hun medespelers scoren. Dit verschil verdwijnt als je kijkt naar het scoringspercentage: het aantal gescoorde punten in de beslissende minuten gedeeld door het aantal kansen. Oftewel, spelers als Durant krijgen meer kansen en gooien daarom vaker raak.

Juist de beslissende schoten van de vedetten herinneren we ons (en zien we terug in herhalingen), waardoor hun reputatie wordt gevestigd van opstijger op het beslissende moment. Die reputatie zorgt er weer voor dat medespelers Durant vaker de bal geven als het spannend wordt – en sportcommentatoren vaker kunnen zeggen dat hij boven zichzelf uitstijgt.

Winnaarsmentaliteit Duitsland

Deze bevestigingsbias – we gaan vooral op zoek naar bewijs dat ons idee bevestigt dat er mensen zijn die dankzij de spanning iets extra’s kunnen en negeren aanwijzingen die dit idee ontkrachten – lijkt ook een rol te spelen als we naar onze Oosterburen kijken. Die dekselse Duitsers scoren altijd in de laatste minuten van een wedstrijd, is de overtuiging in de voetbalwereld. In een onderzoek van Jan van Ours en Martin van Tuijl werden de doelpunten van grote voetballanden, waaronder Duitsland, Nederland en Engeland, vergeleken met die van Brazilië. Duitsland bleek inderdaad vaker in de laatste minuut te scoren, vandaar dat een journalist van NRC Next Checkt schreef: ‘Duitsland scoort vaak in de laatste minuut.’

Alleen was dat niet het hele verhaal, want uit datzelfde onderzoek bleek dat Duitsland in de laatste minuut ook vaker een doelpunt tegen kreeg. En in de laatste vijf minuten van de wedstrijd scoorde die Mannschaft niet vaker dan Brazilië en kregen ze wel vaker doelpunten tegen. Belangrijker nog, informatie over andere landen sneeuwde compleet onder, zo bleek het Nederlands elftal vaker te scoren in de laatste minuut en in de laatste vijf minuten van een wedstrijd én kregen ze in die laatste minuten ook niet vaker een doelpunt tegen. Op alle vlakken deed het Nederlands elftal het minstens evengoed als Duitsland in dit onderzoek, maar vaker beter. Op basis van dit onderzoek zou het Nederlands elftal eerder een winnaarsmentaliteit moeten worden toegeschreven dan die Mannschaft, maar dat strookt nu eenmaal niet met het beeld dat we hebben van onze vedettes. Vandaar dat het onderzoek werd gebruikt om de reputatie van de Duitse voetballers nog wat te verstevigen in NRC.

Michael Jordan

Uit onderzoeken naar sporters die spanning lijken te gebruiken om iets speciaals te doen komt nog een makkelijkere verklaring naar voren: ze zijn gewoon beter dan de rest. Wiskundigen en statistici die de bijzondere prestaties van grote sporters als golfer Tiger Woods en basketballer Michael Jordan onder de loep hebben genomen, vonden elke keer dat ze niet beter werden op het beslissende moment – die ging eerder achteruit. Dat zij toch beter waren op het moment suprême dan andere sporters, had ermee te maken dat ze ook al beter waren als het niet spannend was. Hun prestatie ging dan misschien wel achteruit, maar was dan altijd nog beter dan die van de andere sporters bij wie de prestatie door de spanning ook achteruit ging.

Het is onwaarschijnlijk dat de gouden medaille winnaars ‘iets in hun karakter’ hebben dat ervoor zorgt dat ze de spanning van de Spelen hebben omgezet om tot iets speciaals te komen. Ze schaatsen in Pyeongchang misschien harder dan in het hele seizoen, maar is dat echt zo verbazingwekkend als het hele seizoen in het teken staat van die wedstrijd?

Wil om te winnen

Bewijs dat ‘de wil om te winnen’ ervoor zorgt dat iemand iets extra’s doet op het beslissende moment is er niet. Sterker nog, als je naar de interviews van Kramer en Wüst luisterde na hun mislukte pogingen om op hun favoriete afstanden goud te halen, dan lijkt het erop dat die mentaliteit ze juist parten heeft gespeeld. Ze hadden zichzelf extra druk opgelegd door te verkondigen dat goud het enige was dat telde. Toen dit mislukte, bleken ze ineens ten onder te zijn gegaan aan de ongekende druk van de Spelen.

Wie beter omgingen met die druk? U raadt het al: degenen die Wüst en Kramer versloegen gebruikten volgens de deskundigen juist de spanning om boven zichzelf uit te stijgen.

Meer over mythes rondom het moment suprême lees je in ‘Stalen Zenuwen – Hoe topsporters presteren onder druk

Een verkorte versie van dit artikel verscheen 21 februari 2018 in De Volkskrant.