De religie van Richard Dawkins

Image result for an appetite for wonderHoewel het boek Verwondering, hoe ik wetenschapper werd van Richard Dawkins al een jaar geleden uitkwam, schreef John Gray (auteur van onder andere De stilte van dieren) pas deze maand een boekbespreking. En die raakte een gevoelige snaar. ‘Voor Dawkins is wetenschap een onbetwist gezichtspunt op de wereld.’

De eerste keer dat ik het fanatisme van Dawkins van dichtbij meemaakte, was tijdens een atheïsten conferentie in Melbourne. Het bleek een soort EO-jongerendag, maar dan voor mensen die op hun t-shirt hadden staan ‘Wanneer wetenschap te moeilijk voor je is, probeer dan religie’. Op het podium riepen beroemde atheïsten als Dawkins op om religieuze en aanverwante ideeën genadeloos door te prikken.

Vooral de vooraanstaande bioloog PZ Myers jutte de achterban van zo’n 2000 man op. Als een biologieleraar die de aandacht van zijn leerlingen naar zijn hoofd was gestegen, riep hij: ‘Wetenschap is ons grootste wapen, onze god-killer.’ En: ‘Geloof is de vijand van de atheïst.’ Hij sloot zijn speech af met: ‘Jullie zijn geen schapen. Jullie, mijn broers en zussen in atheïsme, zijn een fel, gecoördineerde jachtgroep – mannen en vrouwen werken samen, en die andere klootzakken hebben reden bang van ons te zijn. Dus laten we het doen: laat ze beven als we de stad van god vernietigen!’

Branden in de hel

Zijn oproep was niet aan dovemans oren gericht. Voor de deur van het congrescentrum riepen gelovige mannen met baarden dat Ayaan Hirsi Ali moest branden in de hel en nog meer van dat gezelligs. Daar tegenover stond een groep mannen met filosofische baarden die de mannen met religieuze baarden uitscholden voor ‘ZZ Top’. En ze scandeerden: ‘Waar zijn de vrouwen?’ Dat laatste was vrij ironisch, omdat de man-vrouwverhouding bij de atheïstenbijeenkomst nogal scheef was.

Kortom, atheïsme leek zelf op hetgeen ze zo tegen was. Niet alleen in het uiterlijk en fanatisme van haar volgelingen maar ook wat betreft het beperkte arsenaal aan wereldbeelden – er was er eigenlijk maar een: religie is een vorm van geloven in het bovennatuurlijke, wat niet rationeel is en de wereld zou een betere plek zijn zonder. Sommige mensen op het podium voelden dat. Zo vertelde auteur Sam Harris dat hij zichzelf liever niet atheïst noemt, omdat religie niet het enige slechte idee is waar hij tegen strijdt. Hij vergeleek de positie van atheïsten met de tekening die de politie maakt na een misdrijf om aan te geven waar het lijk lag. ‘Het voelt alsof we vrijwillig in zo’n tekening zijn gaan liggen die gelovigen voor ons hebben gemaakt.’

De boekbespreking van Peter Gray lezend, lijkt het erop dat het atheïsme is gevormd naar het idee van Dawkins (dat atheïsme inderdaad een soort religie is). Zo herinnert Gray zich een ontmoeting met Dawkins, vlak na de terroristische aanslagen van 11 september. ‘Wat hem bezighield was dat Tony Blair leiders van de belangrijkste religies in Groot-Brittannië op Downing Street had uitgenodigd om de situatie te bespreken – maar op de een of andere manier was vergeten een atheïstische leider (waarschijnlijk Dawkins zelf) te vragen voor de bijeenkomst. Dawkins leek niet te betwijfelen dat atheïsme zoals hij het opvat in dezelfde categorie valt als de wereldreligies.’

Eenzelfde truc haalt Dawkins uit met wetenschap, stelt Gray. Ook dat schildert Dawkins in zijn enthousiasme om religies af te branden af als een soort religie, met de theorie van Charles Darwin als het Laatste Woord waaraan niet getoornd mag worden. ‘Terwijl wetenschap voor Darwin een methode van onderzoek was die hem in staat stelde om voorzichtig en nederig de richting de waarheid te komen, is voor Dawkins wetenschap een onbetwist gezichtspunt op de wereld.’

Dawkins’ verheerlijking van alles wat wetenschappelijk is, is volgens Gray te vergelijken met die van een gelovige aan wiens boekje men niet mag komen. ‘Voor al zijn vurige enthousiasme voor de wetenschap, toont Dawkins erg weinig interesse in de vraag wat wetenschappelijke kennis is of hoe dat tot stand komt, schrijft Gray. ‘Zijn houding ten opzichte van wetenschap is die van een beoefenaar die zijn hoofd niet hoeft te breken over filosofische vragen.’

Dawkins als opperpaus

In plaats van wetenschap op een afstandelijke manier te benaderen, wentelt Dawkins zich in de waarheden die uit wetenschap rollen. Het is een rol die meer wetenschappers krijgen toebedeeld, of ze dat nu willen of niet. Zo vluchtte Damiaan Denys het theater in uit ongenoegen over het feit dat hij als wetenschapper altijd maar moest doen alsof hij de waarheid in pacht heeft. In het theater kan hij zijn ‘worsteling als wetenschapper tonen, het onvermogen.’

Andere wetenschappers lijken minder problemen te hebben met hun rol als vertolker van de waarheid. Zoals Trudy Dehue in haar boek Betere Mensen schrijft: ‘Wie anderen kan doen geloven namens de Werkelijkheid te spreken, krijgt bijna net zoveel gelijk aan zijn zijde als wie mensen kan doen geloven dat hij spreekt namens God.’

En dat vindt Dawkins nu juist zo lekker, schrijft Gray. ‘Wat past er beter bij deze onvermoeibare evangelist dan benoemd te worden tot de officiële atheïst van het land, gezeten naast de bisschoppen in het House of Lords? Het mag hem misschien aan hun verlossende tolerantie en gevoel van humor ontbreken, maar er kan geen redelijke twijfel over bestaan dat hij thuis hoort tot dezelfde beroepsgroep.’

Dit artikel verscheen eerder op managementboek.nl