Power-vrouwen in de wetenschap

A POWERFUL WomanDe combinatie van een mannelijke junior onderzoeker en een vrouwelijke verantwoordelijk onderzoeker, leidt tot beter geneeskundig onderzoek. Dat concluderen wetenschappers op basis van resultaten uit een grootschalig onderzoek.

Het percentage vrouwen in topfuncties in de wetenschap is in Nederland wellicht stijgende, maar de achterstand op mannen is aanzienlijk. Bij elke stap op de carrièreladder neemt het percentage vrouwen af, van 1 op de 3 universitair docenten die vrouw is tot 1 op de 6 bij hoogleraren.

En dat terwijl juist kwaliteiten die vaak aan vrouwen worden toegeschreven – zoals minder risico nemen en minder tunnelvisie – tegenwoordig zo nodig zijn. Juist in de wetenschap, waar de hang naar resultaten die bepaalde theorieën ondersteunen (en daarmee geld en status opleveren) hebben geleid tot onderzoekslijnen die nu in twijfel worden getrokken door verschillende replicatiecrises.

De vraag is: zouden vrouwen in topfuncties het nu zoveel beter doen dan mannen? In een recente publicatie is die vraag onderzocht door te kijken naar geneeskundige studies waarbij de laatste auteur (de verantwoordelijke senior onderzoeker) een man of een vrouw was. De statistische power van het onderzoek werd genomen als aanwijzing hoe goed het onderzoek was.

Grof gezegd is statistische power de kans om een werkelijk effect in de populatie op te pikken in de studie. Voor betrouwbare resultaten is het dus belangrijk dat een onderzoek voldoende statistische power heeft, hetgeen onder andere betekent dat er voldoende proefpersonen aan een onderzoek moeten meedoen om te kunnen stellen dat een behandeling wel of niet werkt.

Uitschieter

Wanneer een studie een vrouw als laatste (dus verantwoordelijke) auteur had, was de statistische power hoger dan wanneer een man verantwoordelijk was. Maar zelfs als er een vrouw aan het roer stond, liet de statistische power te wensen over.

Eigenlijk was er maar een combinatie in de bijna 32.000 onderzochte studies die voor een uitschieter zorgde: wanneer een studie een man als eerste auteur had (vaak de junior onderzoeker) en een vrouw als laatste auteur, hadden 20,6 procent van de resultaten een adequate statistische power (en opzichte van 12-13% gemiddeld).

Genderdiversiteit

Vandaar dat de onderzoekers concluderen: ‘Onze resultaten laten zien hoe belangrijk genderdiversiteit is in samenwerkingen in onderzoek en benadrukken de noodzaak om het aantal vrouwen senior posities in geneeskunde te vergroten.’

Dat laatste kan nog wel even duren, afgaande op de inschatting van het landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren. ‘Het zal nog tot 2051 duren voordat er een evenredige M/V-verdeling onder hoogleraren is ontstaan.’

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Managementboek Magazine